Dorpskerk Katwijk aan den Rijn
Zondagochtend 19 oktober 2025 om 10 uur
Voorganger: drs. J. Wienen, Haarlem
Organist: Wim Hagen
Orgelspel
Welkom & afkondigingen
Intochtslied Psalm 145: 1 (staande)
1. O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal,
ik wil uw naam verheffen boven al.
Van dag tot dag roem ik uw majesteit,
ik zegen U voor eeuwig en altijd.
Groot is de Heer, zijn grootheid zij geprezen,
groot is zijn naam, zijn ondoorgrond’lijk wezen.
Van mond tot mond gaan uw geduchte daden,
van eeuw tot eeuw slaat men uw werken gade.
Stil gebed – Votum & Groet
Psalm 145: 4 & 6
4. Zij roemen in uw koningschap, o Heer,
zij stellen in uw heerlijkheid hun eer.
Al wie hen hoort zal weten wie Gij zijt:
een vorst, bekleed met macht en majesteit.
Uw heerschappij is over alle tijden,
ieder geslacht zal zich in U verblijden.
Die dreigen te bezwijken wilt Gij schragen
en Gij richt op, die zijn terneergeslagen.
6. Al wie God vreest, verhoort en zegent Hij,
zijn redding is elk die Hem roet nabij.
Wie Hem bemint, is bij Hem welbehoed,
maar wie Hem haat, betaalt het met zijn bloed.
Ik zal vol vreugde zingen Hem ter ere,
mijn mond zal vol zijn van de lof des Heren.
Laat al wat leeft Gods heil’ge naam belijden,
Hem zegenen tot aan het eind der tijden.
Kinderlied Marcel & Lydia Zimmer “Ik ben”
Kindermoment
het Kinderkerk-thema van deze zondag:
“Vervolging en gevangenneming van Paulus” (Handelingen 21:7-14 en 27-36)
De kinderen gaan naar de Younited kinderkerk
Gebed
Bijbellezing Mattheus 11: 16 – 12: 8 (NBV21)
11-16Waarmee zal Ik deze generatie vergelijken? Ze lijkt op kinderen die op het marktplein zitten en elkaar toeroepen:
17 “Toen we voor jullie op de fluit speelden, wilden jullie niet dansen,
toen we een klaaglied zongen, wilden jullie niet rouwen.”
18 Want toen Johannes kwam, en niet at en dronk, zei men: “Hij is door een demon bezeten.” 19 Nu is de Mensenzoon gekomen, Hij eet en drinkt wel, en nu zegt men: “Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” Maar de Wijsheid wordt door heel haar optreden in het gelijk gesteld.’
20 Daarop maakte Hij de steden waar bijna al zijn wonderen hadden plaatsgevonden, het verwijt dat ze niet tot inkeer waren gekomen: 21 ‘Wee Chorazin, wee Betsaïda, want als in Tyrus en Sidon de wonderen waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, dan zouden de inwoners van die steden zich allang in een boetekleed gehuld en met stof bedekt hebben en tot inkeer gekomen zijn. 22 Ik zeg jullie: op de dag van het oordeel zal het lot van Tyrus en Sidon draaglijker zijn dan dat van jullie. 23 En jij, Kafarnaüm, dacht jij tot in de hemel verheven te worden? In het dodenrijk zul je afdalen! Want als in Sodom de wonderen waren gebeurd die bij jou gebeurd zijn, dan was het tot op de huidige dag blijven bestaan. 24 Ik zeg je dat op de dag van het oordeel het lot van Sodom draaglijker zal zijn dan dat van jou.’
25 In die tijd zei Jezus ook: ‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. 26 Ja, Vader, zo heeft het U behaagd. 27 Alles is Mij toevertrouwd door mijn Vader. Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon, en iedereen aan wie de Zoon het wil openbaren.
28 Kom allen bij Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. 29 Neem mijn juk op je en leer van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
12-1 In die tijd liep Jezus op sabbat eens door de korenvelden. Zijn leerlingen hadden honger en begonnen aren te plukken en ervan te eten. 2 Toen de farizeeën dat zagen, zeiden ze tegen Hem: ‘Kijk, uw leerlingen doen iets dat op sabbat niet mag.’ 3 Hij antwoordde: ‘Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, 4 hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters? 5 En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienstdoen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn? 6 Ik zeg u: hier gaat het om iets groters dan de tempel! 7 Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers,” dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. 8 Want de Mensenzoon is heer over de sabbat.’
Psalm 72: 1 & 4
1. Geef, Heer, de koning uwe rechten
en uw gerechtigheid
aan ’s konings zoon, om uwe knechten
te richten met beleid.
Dan ruist op alle bergen vrede,
heil op der heuv’len top.
Hij zal geweldenaars vertreden,
maar armen richt hij op.
4. Hij zal de redder zijn der armen,
hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt, met hun bestaan bewogen,
die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Hij draagt hen in zijn hart.
Verkondiging
Gezang 170: 1, 2 & 6
1. Meester, men zoekt U wijd en zijd,
komend langs velerlei wegen.
Oud’ren gaan rustig welbereid
jongeren aarz’lend U tegen.
Maar vroeg of laat, ’t zij dag of nacht,
eens vindt G’ ons moe en zonder kracht,
hunkerend naar uwe zegen.
2. Arts aller zielen, ’t is genoeg,
als Gij ons neemt in uw hoede.
Heel toch de wond, die ’t leven sloeg,
laat ons niet hoop’loos verbloeden.
Spreek slechts één woord, één woord met macht,
dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
Spreek, dan keert alles ten goede.
6. Koning, verheugd geloven wij
wat uw getuigen verkonden:
slechts onder uwe heerschappij
heeft ons hart vrede gevonden.
Daarom zoekt U elk mensenkind;
zoek, Herder, mij, opdat ik vind;
anders zo ga ik te gronde.
Kinderen komen terug in de kerk
Dank & voorbeden
Collecte:
1. Diaconie
2. Eredienst
3. Diaconie: Micha Nederland
(klik op de afbeelding om te geven via de kerk-app)
Slotlied Gezang 441: 7 & 12 (staande)
7. Wij gaan als ingekeerden
stil door een vreemd gebied,
verachten voor de wereld,
die men niet hoort of ziet.
Maar geeft men op ons acht,
dan hoort men hoe wij zingen
van onze grote dingen:
wij weten wat ons wacht!
12. Wij moesten het maar wagen
’t is wel het wagen waard
om niets meer mee te dragen
dat onze ziel bezwaart.
De wereld is te klein!
Komt, gaat met Jezus mede
in alle eeuwigheden!
Het moet toch Jezus zijn!
Zegen | “Amen, amen, amen”
Uitleidend orgelspel