MANNENZANG DORPSKERK
Katwijk aan den Rijn
Vrijdagavond 21 maart 2025 om 20:00 uur
1 Welkom – Toelichting doel
‘diaconaal centrum De Bakkerij’ Leiden – Gebed
(scan of klik op de QR-code om te geven)
2a Psalm 100 | 4 melodieën
Melodie van Psalm 100 (Genève)
1 Juich, aarde, juicht alom den HEER;
Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.

Melodie van Psalm 134 (Genève)
2 De HEER is God; erkent, dat Hij
Ons heeft gemaakt en geenszins wij
Tot schapen, die Hij voedt en weidt;
Een volk, tot Zijnen dienst bereid.

Melodie ‘De dag door Uwe gunst ontvangen’
3 Gaat tot – Zijn poor – ten in – met lof – ,
Met lofzang in – Zijn heilig hof;
Looft Hem – aldaar – met hart – en stem – ;
Prijst Zij – nen Naam – , verheerlijkt Hem.

Melodie ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’
4 Want goedertieren is de HEER;
Zijn goedheid eindigt nimmermeer;
Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht
Tot in het laatste nageslacht.

2b Kroon Hem met gouden kroon (JdH 722)
1 Kroon Hem met gouden kroon
het Lam op zijne troon!
Hoor, hoe het hemels loflied al
verwint in heerlijk schoon.
Ontwaak! Mijn ziel en zing
van Hem, die voor u stierf.
En prijs Hem in all’ eeuwigheên
die ’t heil voor u verwierf.
2 Kroon Hem, der liefde Heer!
Aanschouw Hem, hoe Hij leed.
Zijn wonden tonen ’t gans heelal
wat Hij voor ’t mensdom deed.
De eng’len om Gods troon,
all’ overheid en macht,
zij buigen dienend zich terneer
voor zulke wond’re pracht.
3 Kroon Hem, de Vredevorst!
Wiens macht eens heersen zal
van pool tot pool, van zee tot zee.
’t Klink’ over berg en dal.
Als alles voor Hem buigt
en vrede heerst alom,
wordt d’aarde weer een paradijs.
Kom, Here Jezus, kom!
3 Korte overdenking
4a Aanschouw het Lam van God (JdH 994)
1 Aanschouw de Schepper van ’t heelal
genageld aan het hout,
o liefde, Godd’lijk onbegrensd,
’t was al voor uw behoud.
Refrein:
Ja ik geloof, ja ik geloof
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis
mijn eeuwig heil verwierf.
2 Zie hoe de Man van smarten lijdt
eenswillend toch met God
met welk een eindeloos geduld
verdraagt Hij smaad en spot.
Refrein:
Ja ik geloof, ja ik geloof
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis
mijn eeuwig heil verwierf.
3 Maar dan verwint Hij dood en graf,
genade, wondergroot!
O liefde, teer en onbegrensd,
ja sterker dan de dood.
Refrein:
Ja ik geloof, ja ik geloof
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis
mijn eeuwig heil verwierf.
4b Halleluja, lof zij de Heer (Gez.259 LvdK & Gez. 89 NHB’38)
1 Halleluja! Lof zij het Lam,
Die onze zonden op Zich nam,
Wiens bloed ons heeft geheiligd!
Die dood geweest is, en Hij leeft!
Die ’t volk, dat Hij ontzondigd heeft,
In eeuwigheid beveiligt!
2 Halleluja, lof zij de Zoon,
gedaald van ’s hemels hoge troon
tot heil van stervelingen!
Hem, Die voor onze zonden stierf,
ons ’t leven door Zijn dood verwierf,
moet al het schepsel zingen.
3 Aanbidt de Vader in het Woord!
Aanbidt de Zoon, aan ’t kruis doorboord!
Aanbidt de Geest uit beiden!
Van Zijn gemeenschap, Zijn genâ,
Zijn liefd’en trouw, halleluja,
zal ons geen schepsel scheiden!
5 Korte overdenking
6a Mijn Jezus, ik hou van U (Opw. 392)
1 Mijn Jezus, ik hou van U,
ik noem U mijn Vriend.
Want U nam de straf op U
die ik had verdiend.
De grote Verlosser,
mijn Redder bent U;
‘k Heb van U gehouden,
maar nooit zoveel als nu.
2 Mijn Jezus, ik hou van U,
want U hield van mij.
Toen U aan het kruis hing,
een wond in Uw zij.
Voor mij de genade,
een doornenkroon voor U;
‘k Heb van U gehouden,
maar nooit zoveel als nu.
4 Als ik in Uw glorie,
Uw eeuwigheid kom,
dan buig ik mij voor U,
in Uw heiligdom.
Gekroond met Uw heerlijkheid,
zal ‘k zingen voor U:
‘k Heb van U gehouden,
maar nooit zoveel als nu (2x)
6b Psalm 116 vers 1, 2, 3, 10 en 11 (ber. 1773)
1 God heb ik lief; want die getrouwe HEER
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen;
Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
2 Ik lag gekneld in banden van den dood,
Daar d’ angst der hel mij allen troost deed missen;
Ik was benauwd, omringd door droefenissen;
Maar riep den HEER dus aan in al mijn nood:
3 “Och HEER, och, wierd mijn ziel door U gered!”
Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig;
De HEER is groot, genadig en rechtvaardig,
En onze God ontfermt zich op ’t gebed.
10 Ik zal Uw naam met dankerkentenis
Verheffen, U al mijn geloften brengen;
‘k Zal liefd’ en lof voor U ten offer mengen,
In ’t heiligdom, waar ’t volk vergaderd is.
11 Ik zal met vreugd in ’t huis des HEEREN gaan,
Om daar met lof Uw groten naam te danken.
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken:
Elk heff’ met mij den lof des HEEREN aan!
7 Korte overdenking
8a Liefde was het, onuitputt’lijk (Opw. 400)
1 Liefde was het, onuitputt’lijk,
liefd’ en goedheid, eind’loos groot.
Toen de Levensvorst op aarde
tot ons heil Zijn bloed vergoot.
Komt, laat ons Zijn liefde prijzen!
God geeft vreugd’ en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig
in de hemel Zijnen lof!
2 Rijd als Heerser door de velden,
Jezus in Uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden,
zelfs de hel niet met haar macht.
Voor Uw Naam, zo groot en heerlijk
zinkt de vijand weg in ’t niet.
Heel de schepping, Heer, zal beven,
als zij U, haar Koning, ziet!
8b Heerlijk is Uw Naam (Opw. 379)
1 Heerlijk is Uw Naam,
heerlijk is Uw Naam,
hoog verheven en vol van kracht.
Heerlijk is Uw Naam.
Jezus, Jezus.
Heerlijk is Uw Naam.
2 Heilig Lam van God,
heilig Lam van God,
dat de zonde der wereld droeg.
Heilig Lam van God.
Jezus, Jezus.
Heilig Lam van God.
3 Waardig bent U, Heer,
waardig bent U, Heer,
alle macht en heerlijkheid.
Alle lof en eer.
Jezus, Jezus.
Waardig bent U, Heer!
9 Korte overdenking
10a Gouden harpen ruisen (JdH 720)
1 Gouden harpen ruisen
bij der Eng’len zang;
paarlen poorten beiden
‘s Konings hemelgang.
Jezus, Gloriekoning,
vol van majesteit,
ging Zijn troon bestijgen,
Hem omhoog bereid.
Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst;
Jezus voer ten hemel,
glorie onze Vorst!
2 Hij, wiens dood verlossing
schonk aan u en mij,
zit gekroond met glorie,
aan Zijns Vaders zij.
Jezus heeft verwonnen
dood en hel aan ’t kruis.
Jezus, Gloriekoning,
ging naar ‘t Vaderhuis.
Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst;
Jezus voer ten hemel,
glorie onze Vorst!
3 Biddend voor Zijn kind’ren
in dat zalig oord,
roepend hen tot glorie
eeuwig, ongestoord;
lief’lijk plaatsbereidend
voor Zijn toevend kind,
daar waar Jezus eeuwig
leeft en hen bemint.
Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst;
Jezus voer ten hemel,
glorie onze Vorst!
10b Psalm 89 vers 1, 7 en 8 (ber. 1773)
1 ‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên;
Uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
Zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken.
7 Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!
Zij wand’len, HEER, in ’t licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort;
Zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ’t lijden;
Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.
8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ’t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven,
en onze Koning is van Isrels God gegeven.
11 Dankgebed
12 Dankwoord
13 Glorie aan God (Opw. 354)
1 Glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God!
Lof zij de Heer,
Hem komt toe alle eer.
Hij’s het Lam dat regeert
tot in eeuwigheid.
Zijn Woord is macht,
heeft ons vrijheid gebracht.
Wij aanbidden,
wij knielen voor Jezus.
Groot is Zijn troon,
eeuwig Zijn kroon.
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis,
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
2 Glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God!
Kondigt het aan,
door de kracht van Zijn Naam:
Heel de aard’ wordt vervuld
van Zijn glorie!
Satan, hij beeft,
want hij weet: Jezus leeft!
Hij’s verslagen,
het Lam troont voor eeuwig!
Jezus is Heer,
Redder en Heer!
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis,
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
3 Glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God!
Heersen met Hem
op de troon en zijn stem,
spreekt van liefde,
vervult ons met glorie.
Heilig en vrij
alle tranen voorbij.
Eeuwig vreugde
voor God, lof, aanbidding:
Waardig het Lam,
waardig het Lam!
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis,
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
Glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God,
glorie aan God!