Hebt u even? 

We hebben allemaal wat, en toch…

Iemand stelt je soms een vraag die je totaal verrast. Waardoor je je afvraagt: “O denk jij zo?” 

Dat overkwam mij in Zuid Afrika: Ik bezocht een van afkomst Hollandse vrouw. Zij was kort daarvoor weduwe geworden. Een collega vertelde ik dat en hij vroeg: “Wie van haar kleinkinderen woont nu bij haar?” Verrast vroeg ik wat hij bedoelde? Hij zei: “Als een van onze ouders alleen komt te staan gaat een van de kleinkinderen bij hem/haar wonen. Zodat hij/zij niet eenzaam verder leeft en geholpen wordt”……

Toen kreeg ik het door. Daar leeft nog het besef dat leven ‘’sámen leven’ is. Dat je daarvoor zeker als familie aan elkaar gegeven bent. Dat ervoer ook een Hollander in Kenia. Op zijn vraag ”Hoe maak je het?” volgde er een heel verhaal dat begon bij de grootouders van de man en eindigde bij hemzelf! Omdat ze allemaal bij zijn leven hoorden.

Ik denk dat er een tijd achter ons ligt waarin je in ons land dezelfde sporen zag. In de familie en/of buurt. Leven doe je met elkaar! Maar ik zie ook dat daar veel van weg is. We wonen niet meer in ‘buurten’ maar in op zichzelf staande huizen. Waarin we het allemaal zelf moeten redden. In families komt het voor: Vader heeft niet lang meer te leven en er zijn kinderen die zich aan de zorg onttrekken. Zus is weduwe, kan nauwelijks rondkomen, maar niemand van de broers of zussen neemt haar mee op vakantie. En zo voort. Ik ben niet mijns broeders hoeder!

Jammer! Een groot verlies. We zijn steeds meer een samen levende groep eenlingen aan het worden, als we niet oppassen. Daar werken allerlei factoren aan mee, zoals bijvoorbeeld het wonen in flats, of het toenemend aantal forensen (vroeg weg en laat thuis)…

In de kerk zingen we met de kinderen: “We hebben allemaal wat, we zijn allemaal raar en toch zijn we broertjes en zusjes.” En buiten de kerk is het: “We benne op de wereld om mekaar om mekaar om mekaar…. te hellepe niewaar?”

Hoe maakt u het?

Zegert de Graaf