Hebt u even? 

Twee feestjes!

Het was een vast wekelijks ‘uitje’: samen boodschappen doen in de supermarkt. Vertrouwd rondje, vaak dezelfde mensen.

Er stond weer eens een man met de Straatkrant. We werden begroet in keurig Nederlands met: “Goedemorgen!” en groetten natuurlijk terug. Ik vroeg hem waar hij oorspronkelijk vandaan kwam. “Moldavie mijnheer!” Wij antwoordden: Daar zijn we eens geweest op een ‘hulpreis’. Maria noemde de naam van een stad en die kende hij goed. Er ontspon zich een kort gesprek. Hij was met zijn gezin uit armoe naar Nederland gevlucht. Zijn ouders waren achtergebleven. Ze blijven liever daar, zei hij. Ze zijn wel arm, maar een ander land? Dat liever niet. We hadden even leuk contact en groetten hem met de christelijke groet: Bace Domnelui! (de vrede van de Heer). en hij groette terug met diezelfde groet. En natuurlijk kochten we een krant. 

Toen naar binnen, want we kwamen om boodschappen. Daar volgde meteen aan ander gesprek. De dag na de tweet van minister Agema over hoofddoekjes stond daar een vrouw met een hoofddoek, die zich verontschuldigde omdat ze in de weg stond. Maria wuifde dat weg en zei: Wat draagt u een prachtige hoofddoek! Dat vond ze leuk en stralend vertelde ze over het gezin waar ze uit kwam. Ze was één van de vijf dochters. Daarvan droegen er twee een hoofddoek, de andere drie niet. “Ik doe dat, zei ze, omdat ik denk dat God het van mij vraagt. Het geeft mij een goed gevoel!” Dat begrepen we, zeiden we. Als je denkt dat God het vraagt doe je het toch met plezier? Ja, zei ze. En wij vertelden over christenen die ook zo denken. We groetten elkaar en wensten elkaar vrede toe. 

Dat waren zomaar twee feestjes. In de supermarkt. Op vrijdagmorgen. Twee ontmoetingen, groeten met vrede en daarna – dat wel – ons karretje vol. En zelf ook vol. Nog rijker dan we al zijn. Door de ontmoeting met twee medemensen die feest vierden. We bestaan voor elkaar en we leven voor God!

Wat wil je nog meer?

 

Zegert de Graaf