Dorpskerk Katwijk aan den Rijn
Zondagavond 18 mei 2025 om 18:30 uur
Voorganger: ds. J.B. Alblas, Katwijk aan Zee
Organist: Wim van Duijn
Orgelspel
Welkom & afkondigingen
Intochtslied Gezang 328: 1 & 2 (staande)
1. Heere Jezus, om uw woord
zijn wij hier bijeengekomen.
Laat in ’t hart dat naar U hoort
uw genade binnenstromen.
Heilig ons, dat wij U geven
hart en ziel en heel ons leven.
2. Ons gevoel en ons verstand
zijn, o Heer’, zo zonder klaarheid,
als uw Geest de nacht niet bant,
ons niet stelt in ’t licht der waarheid.
’t Goede denken, doen en dichten
moet Gij zelf in ons verrichten.
Stil gebed – Votum & Groet
Psalm 138: 4
4. Als, ik omringd door tegenspoed,
bezwijken moet, schenkt Gij mij leven.
Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,
uw rechterhand zal redding geven.
De Heer is zo getrouw als sterk,
Hij zal zijn werk voor mij voleinden.
Verlaat niet wat uw hand begon,
o Levensbron, wil bijstand zenden.
Geloofsbelijdenis van Nicea (staande)
Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
En in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, uit de Vader, geboren voor alle eeuwen, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet gemaakt, één van wezen met de Vader: door wie alle dingen geworden zijn. Die om ons mensen en om ons behoud is neergedaald uit de hemel, en is vleesgeworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria, en is mens geworden; Die voor ons ook is gekruisigd onder Pontius Pilatus, geleden heeft en begraven is en op de derde dag is opgestaan overeenkomstig de Schriften; is opgevaren naar de hemelen en zit aan de rechterhand van de Vader, en die zal wederkomen in heerlijkheid, om te oordelen levenden en doden; en zijn rijk zal geen einde hebben.
En in de Heilige Geest, die Heer is en levend maakt, die voortkomt uit de Vader en de Zoon, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten;
En één, heilige, katholieke en apostolische kerk;
wij belijden één doop tot vergeving van zonden;
wij verwachten de opstanding van de doden en het leven in de wereld die komt. Amen
Psalm 25: 7 (staande)
7. Gods verborgen omgang vinden
zielen waar zijn vrees in woont;
’t heil’geheim wordt aan zijn vrinden
naar zijn vreêverbond getoond,
d’ Ogen houdt mijn stil gemoed
opwaarts, om op God te letten:
Hij, die trouw is, zal mijn voet
voeren uit der bozen netten.
Gebed
Schriftlezing Johannes 21: 1 t/m 14 (NBV21)
1 Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2 Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3 Simon Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee,’ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. 4 Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever. Maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. 5 Hij riep: ‘Hebben jullie iets te eten, jongens?’ ‘Nee,’ antwoordden ze. 6 ‘Gooi het net uit aan de rechterkant van het schip,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. 7 De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Zodra Simon Petrus dat hoorde, deed hij zijn bovenkleed aan – want hij was nauwelijks gekleed – en sprong in het water. 8 De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el. 9 Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood. 10 Jezus zei: ‘Breng ook wat van de vis die jullie daarnet gevangen hebben.’ 11 Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet. 12 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, eet iets.’ Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was, ze begrepen dat het de Heer was. 13 Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en Hij gaf hun ook vis. 14 Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat Hij uit de dood was opgestaan.
Psalm 42: 2, 5 & 7
2. Tranen heb ik onder ’t klagen
tot mijn spijze dag en nacht
als mijn haters honend vragen;
“Waar is God dien gij verwacht?”
Ik gedenk hoe ik vooraan
in de reien op mocht gaan,
om mijn dank Hem op te dragen
in zijn Huis op hoogtijdagen.
5. Laat zijn trouw de dag verblijden
en zijn lied de duisternis.
Tot Hem roep ik in mijn lijden,
die de God mijns levens is;
Vaste grond van mijn bestaan,
waarom ziet Gij mij niet aan?
Moet ik onder ’s vijands slagen
thans dit somber rouwkleed dragen?
7. Hart, onrustig, vol van zorgen,
vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen.
Hij verheft wie nederviel.
Eens verschijn ik voor den Heer,
vindt mijn ziel het danklied weer:
Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven
altijd aan de dood ontheven.
Preek thema: “Ze wisten niet dat het Jezus was…”
Weerklank 443
1. Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
2. Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
3. De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij, Jezus, laat mij niet gaan.
4. ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
5. O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.
6. ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
Dank & voorbeden
Collecte:
1. Diaconie
2. Eredienst
3. Kerkrentmeesters
(klik op de afbeelding om te geven via de kerk-app)
Slotlied Opwekking 213: 2 & 3 (staande)
2. Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren,
blijd’ en welgezind,
en zegt telkenkere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft?
In zijn godd’lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en dood.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
Zegen | “Amen, amen, amen”
Uitleidend orgelspel