MANNENZANG november 2024
Dorpskerk Katwijk aan den Rijn
Vrijdagavond 29 november om 20:00 uur
1. 20:00 Mededelingen & Goede doel
(scan of klik op de QR-code om te geven)
2. 20:10 Opening
3. Gezang 18: 1, 3 & 4 | Bundel 1938
1. Komt allen te zamen,
jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de Vorst der eng’len hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden, die Koning.
3. Het eeuwige Godswoord,
eeuwig licht des Vaders,
zien wij gehuld in het mens’lijk vlees:
goddelijk Kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden, die Koning.
Tussenspel
4. O Kind, ons geboren
sluim’rend in de kribbe,
neem onze liefd’ in genade aan!
U die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden, die Koning.
4. Gezang 7 | Bundel 1938
1. Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor u open
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard’ en hemel zingen,
verkwik mij met uw heil’ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
o Zon van liefde, mijn gemoed!
Tussenspel
2. Vervul, o Heiland, het verlangen,
waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Ik blijf op U in liefde staren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!
5. Johannes de Heer 195: 1, 3, 4 & 6
1. Vol van pracht, vol van pracht
Schijnt een ster in d’ oosternacht;
Wijzen leidt zij met haar gloren,
Dáár, waar Jezus is geboren.
Hier is ’t heil, door hen verwacht.
3. Hulp’loos Kind, hulp’loos Kind,
Dat gij in een kribbe vindt.
Hij is ’t, Die deez’ Eng’len p rijzen.
Hij, gezocht door d’Oosterwijzen,
Wordt Hij ook door u bemind?
4. Hij is ’t waard, Hij is ’t waard,
Die Zichzelf niet heeft gespaard,
Om het eeuwig, zalig leven
Aan verloornen weêr te geven,
Schoon ’t Hem ’t bitterst lijden baard’!
Tussenspel
6. Zing verblijd, zing verblijd
Lied’ren aan den Heer gewijd.
Laat aanbiddend ons herdenken,
Wat Hij ons heeft willen schenken,
Wat Hij schenkt in eeuwigheid!
6. Toelichtend woord
7. Gezang 125: 1, 3 & 5 | Liedboek 1973
1. O kom, o kom, Immanuël,
verlos uw volk, uw Israël,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!
3. O kom, o kom, Gij Oriënt,
en maak uw licht alom bekend;
verjaag de nacht van nood en dood,
wij groeten reeds uw morgenrood.
Wees blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!
Tussenspel
5. O kom, die onze Heerser zijt,
in wolk en vuur en majesteit.
O Adonai die spreekt met macht,
verbreek het duister van de nacht.
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!
8. Psalm 98: 2 & 4 | Bundel 1773
2. Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt;
Dit slaan al ’s aardrijks einden gade,
Nu onze God Zijn heil ons schenkt.
Juich dan den HEER met blijde galmen,
Gij ganse wereld, juich van vreugd;
Zing vrolijk in verheven psalmen
Het heil, dat d’ aard’ in ’t rond verheugt.
Tussenspel
4. Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
’t Gebergte vol van vreugde springen
En hupp’len voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt, om d’ aard’ te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al ’t volk, daar ’t wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.
9. Lofzang van Maria
1. Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den HEER
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.
3. Hoe heilig is Zijn naam!
Laat volk bij volk te zaâm
Barmhartigheid verwachten;
Nu Hij de zaligheid,
Voor die Hem vreest, bereidt,
Door al de nageslachten.
Tussenspel
7. Zijn goedheid klom ten top;
Hij nam Zijn Isrel op,
Naar ’t heil, Zijn knecht beschoren;
Gelijk Hij, ons ten troost,
Aan Abram en zijn kroost,
Voor eeuwig had gezworen.
10. Toelichtend woord
11. Gezang 134 | Liedboek 1973
1. Eer zij God in onze dagen,
eer zij God in deze tijd.
Mensen van het welbehagen,
roept op aarde vrede uit.
Gloria in excelsis Deo,
Gloria in excelsis Deo!
2. Eer zij God die onze Vader
en die onze Koning is.
Eer zij God die op de aarde
naar ons toe gekomen is.
Gloria in excelsis Deo,
gloria in excelsis Deo!
Tussenspel
3. Lam van God, Gij hebt gedragen
alle schuld tot elke prijs,
geef in onze levensdagen
peis en vreê, kyrieleis.
Gloria in excelsis Deo,
gloria in excelsis Deo!
12. Johannes de Heer 438
1. ’t Was nacht in Bethl’hems dreven,
een schone, stille nacht.
En trouwe herders bleven
bij hunne kudd’ op wacht.
En trouwe herders bleven
bij hunne kudd’ op wacht.
2. Zij hoopten saam, de vromen,
zij wachtten immer voort,
of Jacobs ster zou komen
naar ’t oud profetische woord,
of Jacobs ster zou komen
naar ’t oud profetische woord.
3. En ja, juist in die stonde,
in deze zelfde nacht
werd hun door eng’lenmonden
het blijde nieuws gebracht,
werd hun door eng’lenmonden
het blijde nieuws gebracht
4. De Heiland is gekomen
in Bethl’hems kleine stal,
Die voor miljoenen vromen
een Herder wezen zal,
Die voor miljoenen vromen
een Herder wezen zal.
13. Gezang 135 | Liedboek 1973
1. Hoor, de eng’len zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
Vreed op aarde, ’t is vervuld:
God verzoent der mensen schuld.
Voegt u, volken, in het koor,
dat weerklinkt de hemel door,
zingt met algemene stem
voor het kind van Bethlehem!
Hoor, de eng’len zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
2. Hij, die heerst op ’s hemels troon,
Here Christus, Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd
op de tijd die God behaagt.
Zonne der gerechtigheid,
woord dat vlees geworden zijt,
tussen alle mensen in
in het menselijk gezin.
Hoor, de eng’len zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
Tussenspel
3. Lof aan U die eeuwig leeft
en op aarde vrede geeft,
Gij die ons geworden zijt
taal en teken in de tijd,
al uw glorie legt Gij af
ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein
nieuwgeboren zouden zijn.
Hoor, de eng’len zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
14. Toelichtend woord
15. Gezang 143 | Liedboek 1973
1. Stille nacht, heilige nacht!
Davids Zoon, lang verwacht,
die miljoenen eens zaligen zal,
wordt geboren in Bethlehems stal,
Hij, der schepselen Heer,
Hij, der schepselen Heer.
2. Hulploos Kind, heilig Kind,
dat zo trouw zondaars mint,
ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd,
wordt Ge op stro en in doeken gelegd.
Leer me U danken daarvoor.
Leer me U danken daarvoor.
Tussenspel
3. Stille nacht, heilige nacht!
Vreed’ en heil wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld;
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij eer!
Amen, Gode zij eer!
16. Gezang 10: 1 & 5 | Bundel 1938
1. Daar is uit ’s werelds duist’re wolken
een licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken,
en gij, mijn ziele, bid het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood:
de nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.
Tussenspel
5. Wat heil, een Kind is ons geboren,
een Zoon gegeven door uw kracht!
De heerschappij zal Hem behoren,
zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is “wonderbaar”, zijn daden
zijn wond’ren van genaad’ alleen.
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
verzoend voor ’t oog des Vaders treen.
17. Gezang 292: 1, 3 & 5 | Bundel 1938
1. Uren, dagen, maanden, jaren,
vliegen als een schaduw heen.
Ach, wij vinden, waar wij staren,
niets bestendigs hier beneen!
Op de weg, die wij betreden,
staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden,
schoon ’t ons toegerekend blijft.
3. Dat de tijd hier ’t al verover’,
aan geen tijdperk hangt mijn lot.
Gij, Gij blijft mij altijd over,
Gij blijft eindeloos mijn God.
Welk een ramp mij hier ook nader’,
‘k vind in U mijn rustpunt weer.
Gij blijft in uw Zoon mijn Vader,
wat verander’, wat verkeer’.
Tussenspel
5. Snelt dan, jaren, snelt vrij henen
met uw blijdschap en verdriet.
Welk een ramp ik moog’ bewenen,
God, mijn God, verandert niet!
Blijft mij alles hier begeven,
voortgeleid door zijne hand,
schouw ik uit dit nietig leven
in mijn eeuwig vaderland.
18. AFSLUITING
19. Samen nagenieten in de kerk